Ziek zijn, je niet lekker voelen, maakt je niet per se een leuker mens of kind zoals in dit geval. Het lontje is kort, meer afwezig eigenlijk en er zijn veel tranen. Om alles en om niks. Ze is zielig en heeft het lastig. Met zichzelf en met ons.
Saar zit haar voornamelijk dwars. In haar ogen. Want zo dwars is ze helemaal niet. Maar volgens Eva wel. Ze zit te dichtbij, ze zit te ver weg, ze kijkt niet aardig, ze lacht, ze speelt met het verkeerde speelgoed. Ook als ze het dan aan haar grote zus geeft is het niet goed. Want ze kreeg het niet me-tee-heen! Snot en tranen vloeien rijkelijk. Saar en ik hebben medelijden, dus we reageren matig op haar boze woorden en geven hier en daar wat extra knuffels.
Maar dan zeg ik na de zoveelste keer op komische wijze:
‘Zullen we Saar te koop zetten?’
Eva, bloedserieus:
‘We kunnen Saar wel aan oma geven.’
Saar al even serieus en praktisch, maar weinig onder de indruk:
‘Nee, oma is (hier) niet.
😂 Het wordt steeds gezelliger!
Wanneer ik Eva influister dat we haar ook te koop kunnen zetten, omdat ze zoveel boze dingen zegt, is haar antwoord:
‘Verkoop mij maar niet, ik ga zelf wel naar oma.’ Ze loopt naar Saar en zegt: ‘Ik ga jou niet verkopen Saar, maar ik vind jou niet lief.’
Als Gijs beneden komt na zijn slaapje fluisteren beide zusjes onafhankelijk in zijn oor dat ze hem wél lief vinden. Gelukkig ben ik de baas en vind ik jullie alle drie heel lief. Niemand wordt verkocht of aan oma gegeven.
Ik houd jullie lekker zelf!
Ha Ha, ik voel hier inspiratie door een boektitel
😉 precies