Zeg basisschool en in één adem ook: speeldate. Het is slechts een kwestie van tijd. De eerste keer is een avontuur op zich. ‘Mam, ik wil bij ….. spelen!’ De volgende vragen/ bedenkingen schieten door mijn hoofd:
1. Bij wie!? ga je spelen?
2. Euh wie is dat?
Ik heb echt geen idee hoe het kind er überhaupt uit ziet.
3. Hoe zijn de ouders?
4. Hoe zou het daar thuis zijn?
Ik spreek mijzelf in gedachten toe: Doe niet zo truttig, gaat vast goed komen. Ik schuif mijn gedachten aan de kant en zeg:
‘Leuk lieverd! Waar staan ze, dan spreken we iets af.’
En andersom vind ik het ook een dingetje. Anders dan wanneer jouw kind uit spelen gaat, maar ook een dingetje. Dan schieten ook een aantal dingen door mijn hoofd:
1. Hoe opgeruimd is het thuis?
2. Wordt het hink-stap-sprong over de poppen spullen en de puzzels?
Lekker belangrijk. Als het speelgoed er nog ligt, kunnen ze gelijk beginnen met spelen. De ideeën liggen letterlijk voor het oprapen, zullen we maar zeggen.
3. Heb ik vanochtend nou wel of niet de wc schoon gemaakt?
Ik haal er wel een extra doekje overheen.
4. Wat ga ik doen? Ga ik erbij zitten? Kan ik de was gaan doen? Moet ik ideeën aandragen?
Stop, het is niet mijn speeldate, ze hebben mij waarschijnlijk helemaal niet nodig.
Het belangrijkste:
5. Ik hoop maar dat het kind het leuk vindt bij ons!
Ach wat! Adem in, adem uit, laat het gaan. Mochten ze uit de baan vliegen, stuur ik bij en wanneer de situatie niet te redden is, app ik dat de kinderen uitgespeeld zijn. Voor de rest, probeer ik te ontspannen nu iemand anders mijn kind vermaakt.
Zo’n speeldate is zo slecht nog niet!
Laat een reactie achter