De drempel is nergens te bekennen. Ik geef haar spontaan een korte knuffel. Het komt wat onverwachts. Voor haar, maar ook voor mij. Ik schrik er van.
Zou zij ook geschrokken zijn?
We zijn juf en moeder tegelijk. Zij heeft meer ervaring in die combinatie dan ik. Ik ben er slecht in. In die combi. Stel mij eerder op in de juf-rol dan in de rol van moeder. Zij lijkt er een stuk beter in te zijn. Ik kan van haar leren en doe dat graag. Zo ook vanochtend. De kinderen gaan op schoolreis. Het is Eva haar eerste schoolreisje. We zien ze de bus instappen en wanneer wij in het “wilde weg” staan te zwaaien, omdat de bus geblindeerde ramen heeft, verschijnt er ineens achter één van die geblindeerde ramen, heel duidelijk een hevig snikkende kleine meid.
Mijn kleine meid.
Mijn mond maakt een glimlach, mijn duim gaat omhoog, ik blijf staan waar ik sta en wissel mijn duim omhoog af met een zwaai beweging. Ondertussen blijf ik lachen. Mijn kleine meid blijft huilen, hartverscheurend. Haar mond maakt overduidelijk de MÁ-MÁ beweging en ik ga onverstoord verder. ‘Het komt goed’, mimiek ik en ik voeg er blaas kusjes aan toe.
Dan ineens voel ik een hand op mijn rug die zacht wrijft. Zij is het. Mijn collega juf/moeder. Ze zegt iets, ongetwijfeld iets liefs. Ik weet alleen niet wat. Het komt even niet binnen. Wat zij waarschijnlijk niet beseft is dat zij met haar kleine gebaar de juf in mij aan de kant duwt en plaats maakt voor de moeder die ik ben. Plots voel ik mij kwetsbaar. Het verdriet van mijn kleine meid komt binnen en even moet ik slikken.
Ach mopje, het komt goed. Je gaat het leuk hebben! Zeg ik in gedachte voor Eva en ineens ook ter overtuiging van mijzelf.
Ik herpak mij en zeg tegen de moeder dat het wel goed komt. Ze zal, zodra ze uit zicht zijn, meegenomen worden in de flow en gaan genieten van haar eerste schoolreis. De moeder beaamt het. Zij weet het als geen ander, als juf en moeder. De bus vertrekt, het moment is voorbij. Ze wenst mij nog een goede dag en op dat moment geef ik haar ineens die korte knuffel.
Zomaar, puur.
Ik heb de neiging om veel en lang na te denken over wat een ander denkt, voelt of vindt. En wanneer ik de aanleiding kan zijn voor een gedachte, gevoel of mening bij een ander kan ik er ook onzeker van worden. De tijd terugdraaien kan niet, dus probeer ik mij er maar niet druk om te maken. Het is gebeurd.
Wel wil ik dat je weet, lieve collega moeder, de knuffel was spontaan, voor mij ook een beetje schrikken. Ik gaf de knuffel omdat ik je dankbaar ben dat je mij op dat moment “moeder” liet zijn.
Laat een reactie achter