Het perfecte plaatje

 

Ze zitten rechts van ons. Iets schuin naar voren. Een gezin van vijf, net als wij. De oudste twee ook meisjes en de derde een jongetje. Leeftijd ongeveer een jaar ouder dan onze kinderen. Handdoeken worden neergelegd, tassen geplaatst, kinderen duiken in het zand, rennen naar het water, rollebollen en rennen. Dan heeft moeders een plan:

Het perfecte plaatje!

Het strand. Voor kinderen het walhalla. Voor moeders het decor voor het perfecte plaatje. Zand op de voorgrond, zee op de achtergrond en ergens daartussen drie prachtige kinderen keurig in positie.

Het is al meerdere keren door mijn hoofd gegaan om het perfecte plaatje te schieten van onze kinderen. Maar ik ben de uitdaging niet aangegaan. Voor ik denk de juiste foto te hebben geschoten, staan er minstens 80 miskleunen op mijn camera waaruit ik uiteindelijk toch nog een compilatie foto maak.

Op die 80 miskleumen, die mijn camera vullen, staan de kinderen als volgt op de foto: over elkaar liggend, met de ogen dicht, ogen op half zeven, gekke grimassen, zand happend of gooiend, elkaar duwend, trekkend met als dé afsluiter van de shoot, minstens één huilend kind en de ander kwaad. En mijn vriend bekijkt het hoofdschuddend van de zijlijn, niet begrijpend waarom ik zo mijn best doe.

Lees: niet begrijpt dat ik lief begin, halverwege een beloning uitloof, die bij weinig succes overgaat in chantage, waardoor ik snauwend eindig.

Maar deze moeder probeert het. Applaus voor de inzet. Eerst subtiel met de lieve vraag om positie in te nemen. Twee van de drie reageren en lopen richting de gewenste plek. Bij nummer 3: geen reactie. Ook na herhaling niet. Tegen de tijd dat nummer 3, met behulp van vader, in de richting van de juiste plek loopt, zijn nummer 1 en 2 al verdwenen. Moeder wordt al wat minder geduldig en lief. Vader wordt nogmaals aangestuurd. Doe jij ook eens wat! Hij gehoorzaamt (beter dan de kinderen) en na enige inspanning zitten er drie kinderen op een rij voor de branding van de zee. Die drempel is genomen. Nu de ogen dezelfde kant uit en lachen.

Die arme moeder. Deze kinderen zijn al net echte kinderen. Ik lach inwendig en voel tegelijk met haar mee. Wat doen we toch een moeite om onze kinderen te laten lachen. Ik heb de moeite nog niet genomen, maar zij…
Er bestaat een kans dat zij straks een mooie foto heeft. Dat hoop ik tenminste voor haar. Zij en haar man staan er tenslotte voor op hun kop, terwijl ze de meest hoge klanken uitstoten.

Alles voor het perfecte plaatje.

Maar mijn vriend niet gezien. Dat laat hij alvast weten. Hij bekijkt het tafereel en zegt: ‘Denk maar niet dat ik zo dwaas doe voor een foto. Omstanders lachen harder dan die kinderen.’

En dus blijf ik rustig zitten waar ik zit met de fotocamera op veilige afstand in de tas.

Laat een reactie achter

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.