Daar staan we dan. Rond de eettafel. De kinderen spelen in de kamer. Hij praat luid en ik sis of het zachter kan. Ik wijs hem op de aanwezigheid van de kinderen. Hij weet het heus wel. Net als ik. Maar we kunnen het niet helpen. We zijn moe en gefrustreerd. En nu dus ook kwaad. Op elkaar. In het bijzijn van de kinderen.
Het is stom, onpedagogisch en kinderachtig. Iets wat we tot dan toe nog niet eerder gedaan hebben.
We zijn ons ervan bewust en toch gaan we door. Slecht. Hij zegt iets. Ik denk: niet reageren, niet reageren, niet reageren, tot het moment dat hij datgene zegt waar ik echt pissig om word en hop. In één klap vergeet ik dat ik niet zou reageren. Gedempt maar fel dien ik hem van repliek.
De kinderen spelen door. Terwijl ze getuige zijn van de ruzie.
Het stopt wanneer één van ons niet meer gedempt kan praten en naar boven gaat om af te koelen. Het is het startsein voor onze oudste om als mediator tussen beiden te komen. Eerst spreekt ze mij streng toe dat ruzie maken niet goed is. Ik moet lief zijn voor papa!
Dat gezegd hebbend, loopt ze naar boven. Doet daar haar zegje en neemt haar vader mee naar beneden. Ze zet hem naast mij neer, kijkt van hem naar mij en weer terug. Fronst haar voorhoofd en zegt ernstig:
Zeg sorry en geef elkaar een knuffel! Klaar nu.
Ze heeft gelijk. Mokkend kijkt hij naar mij, terwijl ik al net zo, onopvallend mogelijk voor onze kinderen, chagrijnig terug kijk. Met een diepe zucht en kinderlijke tegenzin maken we het goed.
Waarmee het klaar lijkt te zijn. Daar denkt onze lieverd anders over. Na enig geknutsel presenteert ze ons twee boekjes. Eén voor papa en één voor mama. Het boekje komt met instructie. Als we lief zijn, krijgen we een sticker of tekening in het boekje.
Máár, voegt ze met klem toe, dan moeten jullie wél lief zijn!
Ik heb deze blog in mijn nieuwsbrief genoemd. Ik vond hem leuk.
Mijn nieuwsbrief gaat over Samengestelde Gezinnen. Ik neem aan dat je hier geen bezwaar tegen hebt maar wilde het toch even melden….. voor het geval dat….