Ongegeneerd is het woord dat vandaag het best passend is bij onze 3 jarige.
Na vier uiterst opvallende pogingen, in het openbaar, om haar onderbroek goed te trekken, stel ik haar de retorische vraag: Zit je onderbroek niet lekker? Zij, zonder enige gêne en luid genoeg dat omstanders het horen: Hij zit steeds tussen mijn billen. Ondertussen nog sjorrend en trekkend aan haar broek. Dat ze niet omvalt is een talent te noemen. Net als de wijze waarop ze zich niks aantrekt van alle voorbijgangers. Hoezo kijk jij naar mij? Hoezo het ziet er een beetje vreemd uit, mam? Mijn onderbroek zit niet lekker. Jij snapt toch ook wel dat ik dat aan moet passen.
Niet veel later hoor ik gebrom uit dezelfde broek komen. Wat hoor ik nu? Vraag ik meer voor haar dan voor mijzelf. Ze kijkt om en grinnikt: een windje. Mm dat is niet zo netjes, probeer ik haar bij te brengen. Totaal niet berispt en zonder enig berouw zegt ze: Mijn buik was vol, hij moest eruit.
Net als het boertje dat mee komt met een zin. Ze lacht kort en praat verder of er niks gebeurd is. Een stukje snot in haar neus? Zit in de weg. Zonder nadenken gaat een vinger in het neusgat op zoek naar dat ene stukje. Niet veel later komt het stukje veel te dicht bij mijn gezicht, als zij het vol trots laat zien. Met weer die blik: Dat moest eruit, dat snap jij toch!
Hoe anders zal het over een tijdje zijn, wanneer jij je bewust wordt van je omgeving. Jij gêne ontwikkelt en jij je voor bovenstaande dingen schaamt voordat je ze überhaupt hebt gedaan en ze daarom gaat inhouden. Met buikpijn tot gevolg.
Onthoud één ding lieve spruit: Thuis is waar je altijd drie kunt zijn, dus gooi het er maar uit!
Als we maar niet aan het eten zijn of visite hebben 😉
Laat een reactie achter