Ik ben een pedagogisch talent. Alleen soms ben ik dat plotsklap kwijt. Vooral wanneer ik iets al tachtig keer met veel rust en geduld heb uitgelegd of besproken. ‘Doe eens normaal!’ Roep ik uit na de zoveelste keer dat er één op de bank staat. En wat krijg ik terug:
‘Mama, wat is normaal?’
Van mijn padje af, omdat zij mij overvalt met deze reactie, überhaupt een reactie, want mijn eigen kinderen zijn keigoed in het negeren van mij, zeg ik na een stilte:
Op de bank zitten.
‘O’, zegt ze droog. Zij gaat zitten en speelt verder. Ik denk na over haar reactie. Wat is normaal? Goede vraag. Normaal kan net zo goed abnormaal zijn en andersom. Het is maar net aan wie je het vraagt. Ook kan het zijn dat ieder een andere invulling geeft aan “normaal”, waardoor de reactie, het handelen totaal kan verschillen.
In dit geval wil ik nu met “doe eens normaal” bereiken dat ze gaat zitten op de bank. Op een ander moment heb ik als doel dat ze niet blaast door het rietje in haar beker, maar dat ze erdoor drinkt. Weer een andere keer dat ze lief spelen in plaats van ruzie maken etc.
“Doe eens normaal” is nogal een ruim en vaag begrip.
Die kleine meid, zet mij zomaar aan het denken. Als ik een doel of wens heb, dan moet ik dat vooral uitspreken in duidelijke woorden, ook na tachtig keer uitleggen en niet proberen te vangen in:
“Doe eens normaal!”
Laat een reactie achter