Drie kinderen in ruim drie jaar. De vaart zat er goed in. Moeder worden toen en nu, moeder zijn, is voor mij een droom die uitkomt. Rooskleurig, ja. Overdreven, nee. Zo voelt het voor mij gewoon. Ik ben een intens gelukkige moeder. En ik zou nu kunnen aanvullen dat ook mijn kinderen niet altijd leuk zijn en regelmatig onder luid geschreeuw fysiek uitzoeken wie de sterkste is, maar dat weet iedere moeder. Dat hoef ik niet toe te voegen.
Allemaal positief. Alleen…
Drie kinderen in ruim drie jaar. Mijn geluk, druk, klein, heerlijk! Maar hoe ervaren de kinderen dat? Als er ineens een zusje of broertje komt. Waar hun mama (en ook papa) ineens druk mee is. Eén die niet even op bezoek komt, maar één die blijft. Die het ritme verandert, de boel vertraagt en waardoor zij ineens moet(en) wachten. Dat vond en vind ik ook nu wel eens lastig. Oké, ook bij tijd en wijlen heel lastig.
Dat Eva alleen tijd heeft gehad, maar te jong was om te beseffen. Dat zij 1,5 jaar was toen Saar werd geboren. Dit niet begreep en het er even flink lastig mee heeft gehad. Of dat zij ineens moest wachten als ik met Saar bezig was. Dat Saar veel huilde en Eva daar onrustig van kon worden. Dat zij de oudste is en daarmee misschien onbewust de voorbeeldrol in haar schoenen geschoven krijgt.
Dat Saar de middelste is en daardoor nooit alleen tijd heeft. Ze is nooit de eerste en zal ook niet de laatste zijn. Is ze daardoor altijd “gemiddeld”? Valt ze tussen het wal en het schip? Baby zwemmen heb ik met haar bijvoorbeeld niet gedaan.
Gijs, geboren als derde. Is geboren met rumoer, weet niet beter dan dat de aandacht verdeeld wordt. Wordt overal mee naar toe gesleept. Slaapt moeiteloos, ook buiten zijn bed. Deden de meiden overigens ook. Heerlijk dat gemak! Heeft twee zussen boven zich die de dingen voor het eerst doen en behalen. Zal het voor hem voelen alsof, na twee keer, “het nieuwe” eraf is en hij dus minder belangrijk is?
Ik kan er best mee zitten. Vraag dan vertwijfeld hardop of ik ze wel genoeg aandacht geef. Geloof het antwoord: ‘Ja, natuurlijk wel!’, afhankelijk van mijn bui op dat moment niet altijd.
Maar er zijn momenten dat mijn schuldgevoel, mijn vragen en onzekerheden over het tekort aan aandacht in één klap verdwijnt.
Als ze met elkaar spelen en (schater)lachen! Ze elkaar helpen, het voor elkaar opnemen en elkaar missen wanneer ze niet bij elkaar zijn. Wanneer Gijs zijn grote zus roept als hij wakker wordt en Eva hem apetrots uit zijn bedje tilt. Als ze in de avond met zijn drieën voor het slapen gaan in een omhelzing samen dansen op het muziekje van Nijntje, elkaar een kus en knuffel geven om elkaar welterusten te wensen. Dan weet ik….
Aan aandacht geen gebrek! ❤
Laat een reactie achter