Soms denk ik lachend terug aan dat ene gesprek met die ene vriendin. Het gesprek waarin wij spraken over dé ideale situatie.
Theetje erbij, koekje, kaarsje, dekentje. Praten over de kids en over onze mannen. In grote lijnen dezelfde types. Goede inborst, maar af en toe onmogelijk om mee te leven. Die vriendin en ik vullen elkaar moeiteloos aan. Vallen van de ene verbazing in de andere, door de herkenning, en klagen al lachend verder. Dan komen we tot een briljant idee.
De ideale situatie:
Men neme een groot huis, twee gezinnen, voegt dat samen, in dat ene huis, maar zonder de volwassen mannen. Overdenk het even. Twee vrouwen met elkaars kinderen, in één groot huis. Naadloos wordt er dan voor:
– de kinderen
– het huishouden
– de was
– de boodschappen
– het eten
– sociale festiviteiten en nog zoveel meer, gezorgd.
En let op: Allemaal zónder dat je erom hoeft te vragen! We zien het helemaal zitten. Het lost in één keer een boel “problemen” op. En voor het vertier? Bellen we onze man, met plezier!
Vanavond denk ik terug aan dat gesprek. Het is de, eens in de zoveel tijd, bekende druppel. Zat van alles achter hem aan opruimen. Waardoor ik hem pardoes in de badkamer voorstel om voor 5 maand op zichzelf te gaan wonen. Mijn voorstel, half een grap, breekt het ijs. Hij kijkt mij verdwaasd aan.
‘Lieverd’, licht ik toe, ‘we houden wel verkering’. Je ziet hem denken: ‘Waar hééft zij het over!!?’
Ik leg hem uit hoe heerlijk rustig dat is. Ook voor hem, fijn in zijn eigen man cave. Lekker je eigen gang gaan. In huis dan hè, niet in alles. Als je begrijpt wat ik bedoel. En ik beloof hem te bellen voor het vertier. Zijn blik houdt zich in het midden tussen: Ze spoort niet en meent ze dit nu!?
Om de boel iets te verzachten, voeg ik met een knipoog één eis toe aan mijn voorstel:
Ik houd de stofzuiger, want die gebruik jij toch niet!
Je kan maar beter duidelijk zijn.
*ter informatie: We leven de meeste tijd harmonieus en alle tijd brengen wij “fulltime” samen door. Hij laat zijn spullen slingeren, ik ruim liefdevol achter zijn kont op en zo af en toe ben ik dat zat. Dan pak ik een theetje, denk ik terug aan dat gesprek en lach ik in mijzelf om het idee. Verzonnen door twee jonge moeders, met elk drie kinderen, die de rotzooi van hun man er niet altijd bij kunnen hebben. Soms…
Laat een reactie achter