‘Wil je dat ik jouw kant ook eens belicht?’, vraag ik voorzichtig. ‘Ja, dat lijkt mij fijn!’. Daarom het eerste deel van het verhaal van mijn goede vriendin. Open en eerlijk. Enorm gelukkig met haar kind, maar geen gejubel bij de verwachting, geen roze wolk bij de geboorte en ook nu geen rooskleurige bril. Omdat het gewoon ook niet altijd leuk hoeft te zijn.
Anoniem: Ik zit bij de huisarts om te horen of ik één of andere ziekte heb. Hij heeft goed nieuws. Ik ben niet ziek, maar zegt hij: ‘Je bent wel in verwachting.’ Hè wat, hoezo in verwachting? Ik heb helemaal geen relatie! Hier heeft hij wel antwoord op, want ik ben waarschijnlijk al vier maanden in verwachting. De rest komt niet meer bij mij binnen. Vier maanden galmt het in mijn hoofd. Vier maanden! Een baby! Ik? Ik! O, hemel, zeg. Serieus?
De huisarts heeft door dat wat hij zegt niet doordringt en noemt dan duidelijk een lijst op van zaken die ikmoet gaan doen. Hij schreeuwt het bijna. Bang dat ik het niet hoor. Begint dat moeten nu al? Het kind is er nog niet eens, sterker nog het idee dat ik een kind krijg is nog niet eens geland.
Na een kwartier sta ik weer buiten. Beduusd en lamgeslagen. Ik krijg een kind. En met de vader van die baby is de relatie iets meer dan vier maanden geleden verbroken. Het kan dus wel kloppen. Ik ben niet ziek. Ik ben in “blijde” verwachting!
Blijde verwachting!? Echt niet! Wat een ellende dit!
Laat een reactie achter