De vraag die jouw peuter het meest te horen krijgt is: ‘En wat zeg je dan!?’. Je staat er niet bij stil, maar het is echt zo. Let er maar eens op.
Het wordt gevraagd wanneer hij een plakje worst van de slager krijgt, maar ook wanneer hij wordt opgehaald bij een vriendje. Wanneer hij iets aangeeft, cadeautjes krijgt, iets verkeerd doet, de visite weggaat, etc, etc.
Helpt het? Over die vraag dacht ik niet na. Totdat ons neefje bij ons logeerde.
Mark staat op het punt om te vertrekken naar zijn werk. ‘En wat zeg je dan?’, vraag ik mijn neefje zonder nadenken. Het is een ogenblik stil, voordat hij antwoordt: ‘Alsjeblieft, sorry, ik zal het nooit meer doen, dank je wel…?’.
Hij kijkt me vragend aan. Ik schiet in de lach en verduidelijk de situatie nog even voor hem. ‘Oom Mark gaat naar zijn werk, je ziet hem dan niet meer voordat jij naar huis gaat.’
‘O … Dag oom Mark, ik vond het logeren heel leuk!’
Dat was inderdaad het goede antwoord, maar het zet mij wel aan het denken. Heeft zo’n aanmoedigingsvraag echt nut? Zeggen kinderen het dan omdat zij het zelf willen zeggen, of omdat wij hen in de juiste richting duwen? Ik denk toch dat laatste. Dus heb ik besloten om de vraag nog maar zo min mogelijk te stellen.
Bij Eva lijkt het te werken, hoewel ze daardoor soms nog niet de ‘juiste reactie’ geeft. In dat geval bijt ik maar even op mijn tong om ‘de’ vraag binnen te houden. En als ik dan toch zo nodig íets moet zeggen, dan zeg ik het zelf wel.
‘Alsjeblieft, sorry, ik zal het nooit meer doen, dank je wel…!’
Laat een reactie achter