Een huis: opgeruimd, met hagelwitte muren, krasvrije tafels, een vlekvrije bank, kruimelvrije vloeren en geen stofwolkje of oneffenheidje te ontdekken. Zelfs niet als je ernaar op zoek zou gaan. Met een vergrootglas.
Ik hoef geen enkele moeder te vertellen dat ik het niet over mijn huis heb. Al doe ik nog zo mijn best, ik kan mij zelfs niet herinneren dat ik bovenstaande over ons huis kon zeggen. Bij ons struikel je bij binnenkomst over schoenen, gebruik je hink-stap-sprong over het speelgoed, blijf je plakken dankzij een restant jam op de vloer en ben je blij als je veilig de bank of een stoel bereikt.
Terwijl ik, misschien nog wel vaker dan de andere vrouw des huizes, elke dag schoonmaak en opruim.
Het grote verschil zit hem in het kwijlende, hoestende, knoeiende en overhoophalende mini exemplaar van onszelf dat ons leven en huis heeft verrijkt. En dat keer twee! En deze mini exemplaren ontbreken duidelijk nog in het eerstgenoemde huis.
Duidelijk!
Ik ben niet jaloers. Hoewel misschien een beetje. Hoe lekker zou het zijn om gewoon een hele dag plezier te hebben van jouw inspanningen van het schoonmaken? Een hele dag! Misschien zelfs twee!
Vooruit een tikkeltje jaloers.
Maar vooral zenuwachtig. Ik word zenuwachtig, a-relaxed als ik met onze mini exemplaren een toonzaal, zo uit een catalogus gelopen, moet betreden. Met gevaar voor vlekken, kruimels en rommel. Het liefst verpak ik ze vacuüm voor het binnentreden (met een luchtgat om te ademen), zodat ze niks, maar dan ook niks kunnen.
Niet echt realistisch.
‘Nee, ze hoeven echt niks te eten, dank je. Drinken? Nee, ze hebben net gehad’, zeg ik, terwijl beide kinderen, letterlijk staan te springen om een koekje en wat te drinken. En dan begint mijn spasme. Om de haverklap zeg ik: ‘Pas op, doe niet, kijk uit!’ Ik loop met een alles reinigend doekje achter hun kont aan om plak-vinger-afdrukken te voorkomen met als resultaat dat niemand het echt naar zijn zin heeft. De kinderen niet, want ze hebben geen bewegingsvrijheid. Ik niet, want ik ben totaal niet ontspannen en ik kan mij zo indenken ook de mensen die wij bezoeken niet. Want er is geen normaal gesprek met mij te voeren.
Mensen, lieve vrienden, familie, het ligt niet aan jullie. Ik zal er meer op letten minder spastisch te doen, door er juist minder op te letten. Het zou alleen zoveel meer relaxed zijn, als jullie ook een kwijlend, hoestend, knoeiend en overhoophalend mini exemplaar in huis hebben, zodat ze gezellig samen kunnen kwijlen, hoesten, knoeien en overhoophalen.
Gedeelde smart…. 😉
Ha ha ha,
Wacht maar als het derde mini exemplaar, maar dan van het andere geslacht er is. Onze jongste liep een aantal maanden niet met een knuffel maar met een hamer. Deze ging overal mee naar toe. Zelfs mee in de toonzaal vol met auto’s! Succes!
Ai ai een hamer, dat klinkt niet best! Haha
Ge-wel-dig! Wat herkendbaar! Ik heb een vriendin (kinderloos) en bij haar is het net alsof haar woonkamer zo uit de showroom komt. Zo klinisch… Als ik daar dan aankom met mijn smeerblagen en nog erger als we blijven eten met de kids en de macaroni letterlijk aan het plafond zit, damn… Dan veronderschuldig ik me wel 1000 keer.
Haha respect dat je daar “durft” te eten! Lukt het in zo’n situatie om ontspannen te zitten of heb je geen idee wat je eet 😉