Ze zitten in bad. Met zijn drieën. Eén draagt de duikbril die Eva heeft gekregen van het zwembad en de ander draagt de nieuwe snorkel. Het is een heel masker dat mooi aansluit op haar gezicht. Ze vinden het wonderlijk. Ze kan praten en ademen onder water. Hoe gaaf! Eva, lief als ze is, laat iedereen haar cadeau gebruiken. Ze hebben enorm veel plezier!
Ik zit erbij en kijk ernaar. Ik voel mij rijk.
Saar doorbreekt mijn geniet moment met een vraag: ‘Mama, zijn wij nog kinderen als corona weg is?’
Hè, wát, hoezo vraagt ze dit!?
Mag ik even huilen?
‘Ja Saar, dat verwacht ik wel. Het zal vast onder controle komen als jullie nog kinderen zijn. Waarom vraag je dit?’
‘Eva heeft voor haar diploma zwemmen een mooie duikbril en snorkel gekregen, maar zal ze het ooit wel kunnen gebruiken in het zwembad? De zwembaden zijn dicht en ze past de snorkel nu. Straks is Eva te groot.’
Poeh jongens, ze zijn flexibel, ze blijven huppelen als een kalfje in de wei, maar damn deze vraag komt even binnen. Wij volgen het nieuws erover niet, kijken de persconferenties niet, zijn er bewust weinig mee bezig. En toch; ze weten ervan, ze zijn ermee bezig op hun eigen manier en hebben last van bepaalde maatregelen. Ze hebben zorgen en vragen. Vragen waarop ik ook niet altijd een antwoord heb. Zoals op de vervolg vraag; wanneer het zwembad weer open zal gaan voor recreatief zwemmen. Geen idee, maar wel voordat Eva geen kind meer is.
Daar gaan we voor!
Laat een reactie achter