Anoniem: Blij in verwachting? Ik kan er niet over meepraten. Het was, hoe zeg ik dat netjes, enerverend. Vol emoties. En dat kwam niet door de hormonen. Ik zou willen van wel, maar nee. Denken dat je ziek bent terwijl je zwanger blijkt te zijn. Weinig mensen die direct staan te springen van blijdschap, inclusief ikzelf. Waar ik me schuldig om voel, vooral voor de baby in mijn buik. Die heeft tenslotte ook nergens om gevraagd. Een vader die in twijfel trekt of hij de vader wel is. Helpt ook niet mee met de feestvreugde en al het geregel en de onzekerheid over: komt het wel goed?
Het is anderhalve week na de datum en er is nog geen baby.
Mijn buik ontploft bijna, ik lijk wel een kamerolifant en kom nergens meer i.v.m. hoog risico voor lekkage. Ellen komt nog gezellig op bezoek. Zo gezellig is dat niet, want ik vind het niet meer leuk. Is dit een flauwe grap of zo? We jagen je de stuipen op het lijf met de aankondiging dat je zwanger bent, laten je negen maanden en meer ervaren hoe het is om een baby te verwachten en uiteindelijk verdwijnt de baby op miraculeuze wijze en is alle zorg voor niks geweest. Ik kan er niet om lachen. Ellen wel! Zij vindt mij hilarisch en zegt dat de baby echt wel komt. En zo niet, dan toch, want dan halen ze het.
Ook dat nog. De bevalling. O, hemel als dat maar goed gaat.
De bevalling of moet ik zeggen de verlossing. Ellen kreeg gelijk, ze kwam, de dag nadat Ellen op bezoek is geweest. Lang verhaal van een lange bevalling, dus ik houd het kort. Uren spugen, compleet uitgeput door de weeën die blijkbaar heel functioneel zijn, waar ik alleen niks van heb gemerkt, pijnbestrijding en met wat duw- en trekwerk is ze daar.
Ze is geboren en ligt op mijn buik. Ik ben niet heel helder meer, maar er schiet wel door mijn hoofd dat ik enorm blij ben dat deze baby niet op miraculeuze wijze is verdwenen. Door deze baby ben ik moeder. Wie had dat gedacht.
Ik blijf, o nee vanaf nu is het wij. Daar moet ik nog aan wennen. Hoop dat ik niet zo’n moeder wordt die haar kind overal vergeet. Ik ben er bang voor.
Maar goed, wij dus. Wij blijven nog een aantal dagen in het ziekenhuis. Wat erg fijn is, omdat de verpleging met veel dingen helpt. Ze zijn lief en ik onwetend en leer in korte tijd veel van hen. En dan zijn de dagen voorbij. De maxi cosi is gevuld en het is de bedoeling dat ik die mee neem. Alsof ik elk moment kan worden tegengehouden, omdat ik zomaar een baby meeneem, loop ik onzeker het ziekenhuis uit. Vooruit ik strompel. Hoop dat, dat ooit nog goed komt.
Eenmaal thuis plof ik op de bank. Au, ik word direct ‘gestraft’ en kijk naar haar. Ze slaapt, heel vredig. Ze is best mooi, mijn dochter!
Laat een reactie achter