Ik zit shocking klem. Word ingehaald. Iemand duwt mij. Een ander staat op mijn hand. Mijn oren tuten en ik word verteld aan de kant te gaan. Het liefst schreeuw ik terug dat ik dat ook het liefste wil, maar dat ik simpelweg niet kan. Er zit namelijk geen beweging in. Geen enkele.
Ik hang hier maar. Als deeg tussen een deegroller/-molen hoe je het ook wil noemen.
Ja, heb je al een vermoeden waar ik hang!?
Precies. Ik zit vast tussen een blauwe en een rode schuimrubber rol. Bungel met mijn armen aan de ene kant en mijn benen aan de andere kant. En word belaagd door kinderen die allemaal langs en over mij heen willen. Mijn eigen kind is al ver vooruit en is mij compleet vergeten. Tot ze stuit op een obstakel waarbij zij mij nodig heeft, omdat ze het niet alleen kan. Ze is daarvoor te klein. Dan pas kijkt ze om. Ondankbaar k…. kind!
‘Ma-ham! Waar ben je? Kom nou!’
Tja kind ik zou niets liever willen. Ik hang hier ook niet voor mijn lol. Maar voor jouw lol! Zoveel houd ik van jullie, onthoud dat goed!
Het is mijn eer te na om in dit schreeuw- & krijs paleis om hulp te moeten roepen, dus ik maak mij kwaad en zet flink af. Veel minder elegant dan gehoopt plof ik op het groene kussen onder mij.
Daar op de mat beloof ik mijzelf hier zeker het komende jaar niet meer te komen!
En dan reikt ze mij haar hand om omhoog te komen. Mijn lieve schat! Ze helpt mij, zodat ik haar kan helpen. Uit eigen belang. Maar nu ben ik er maar wat blij mee!
Laat een reactie achter