Tijd om naar bed te gaan. Ze is er helemaal klaar voor. En toch blijft ze liggen. Ze vlijt zich in mijn armholte en legt haar hoofd op mijn schouder. Duim in haar mond. Ik kroel met een hand door haar haren. Dan begint ze te vertellen. Ik weet gelijk dat dit geen tijdrek-actie is. Er zit haar iets dwars.
De gym was niet leuk mam. Oh nee? Wat was er niet leuk?
Ze vertelt over het spel dat ze heeft gespeeld, welke rol zij kreeg, die van varken en wat haar taak was. Kinderen vanaf een mat tikken. Ik heb niet veel kinderen getikt, mam. Maar dat vind ik niet zo erg, vervolgt ze. Ik luister en stel af en toe open vragen om haar op die manier haar verhaal te kunnen laten doen.
Wat ik niet leuk vind, is hoe hij mij noemde:
Stinkvarken. Elke keer weer.
Oké, zeg ik.
Dit soort kinderen. Pesters vanaf de start op school. In no time berucht. Ze zijn er en wanneer de aanpak niet adequaat is, dan zullen sommigen zo blijven tot je ze na groep 8 eindelijk achter je kan laten. Maar voor nu moet je ermee dealen.
Weet je, hij zal dit blijven doen, zolang jij laat merken dat je het niet leuk vindt. Door een reactie, al is het klein: iets wat je zegt, een blik, als je anders kijkt dan anders of wanneer je bijvoorbeeld huilt. Dat zijn voor hem signalen dat het pesten is gelukt, want jij hebt er last van. Hij krijgt aandacht.
Jij kan hem niet veranderen. Jij kan wel jouw eigen gedrag veranderen. Doe net of hij er niet is, dat je niks hebt gehoord en gezien. Denk in plaats van aan hem, aan iets leuks. Wanneer jij totaal niet reageert, is zijn pesten mislukt. Hij heeft jou niet bereikt.
Of ik sla hem! Zegt ze stoer.
De lieverd, we hebben het haar eerder gezegd, maar ze zal het nooit doen.
Nee, dat past niet bij jou. En als hij jou pijn doet/aan jou zit, dan ga je naar de juf. Er zijn grenzen.
Waar ze aan het begin van ons gesprek beteuterd was, straalt ze nu zelfvertrouwen uit. Ze gaat het doen, doen alsof hij niet bestaat.
Heel goed, jij kan dit!
En ik hoop voor “het stinkvarken” zelf dat het hem lukt om zijn sterke karakter positief in te zetten, voordat hij groep 8 verlaat. Door structureel kinderen te pesten zorgt hij ervoor dat hij zelf geen veilige vriendschappen kan opbouwen. Degene die met hem mee lachen zullen het waarschijnlijk doen uit angst dat ze anders, wanneer ze niet met hem mee doen, zelf doelwit zullen zijn.
Het leven van een pester is een eenzaam bestaan. Voor iedereen beter als hij dat kan inzien.
Laat een reactie achter