We proberen onze kinderen voortdurend van alles af en aan te leren. Het tonen van emoties: huilen, lachen, schreeuwen. Het mag vaak wel, maar graag wel gematigd. Zo ook het lichamelijke contact: duwen, stoeien, slaan en schoppen. Hoewel, doe dat maar liever helemaal niet!
Toch is het soms nodig en beter dat hij het wel doet. Het is in de natuur namelijk zo dat een pikorde bepaald moet worden, voordat er in harmonie kan worden samengeleefd. Die pikorde wordt bepaald door krachtmeting. Lichamelijke krachtmeting welteverstaan. Soms tot de dood erop volgt. Hè bah, zo ver hoeft het nou ook weer niet te gaan …
Maar, die zet in de rij bij de glijbaan? Vechten om de bal? Een keer slaan, om aan te geven dat hij het zat is? Stoeien om te zien wie de sterkste is? Is het goed dat wij dat allemaal verbieden? Ik denk van niet. Situaties oplossen met woorden, is natuurlijk het meest prettig. Alleen soms moet je hem gewoon laten. Want, wanneer je alles voor bent, zorg je ervoor dat hij:
- Geen grenzen leert (her)kennen
- Zijn eigen grenzen niet leert aangeven en dus niet voor zichzelf leert opkomen
- De pikorde niet leert kennen
En natuurlijk. Op het moment dat Eva haar eerste zet kreeg in de rij van de glijbaan, moest ik mijzelf er echt van weerhouden om erheen te gaan en dat kind eens een pak rammel te geven. Of dan in ieder geval ‘te klikken’ bij de moeder van het kind.
Ik besluit het even aan te kijken. Eva laat zich aan de kant zetten en sluit achter aan in de rij. (Slik. Houd je in Ellen). En wat gebeurt er? Vijf minuten later geeft ze met een ferme NEE aan dat het eerder genoemde kind niet voor mag dringen. Ze heeft er duidelijk iets van geleerd, en gebruikt dat om voor zichzelf op te komen.
Mijn betoog? Kijk het eerst aan en laat het ze zelf ‘uitvechten’/oplossen. Maar let op: grijp in, voordat het uit de hand loopt! Pikorde bepalen prima. Maar wel zonder bloedvergieten, als het even kan.
Laat een reactie achter